17 miljoen psychologen: de opkomst van therapy-speak op je werk 🗣️
Triggerwarning: in deze nieuwsbrief gaat het over mentale problemen en taal uit de spreekkamer van de psycholoog. Als je daar niet op zit te wachten zou ik deze overslaan. Tot de volgende <3!
Op Insta, in de supermarkt en bij de koffieautomaat, je komt therapy-speak overal tegen. Triggerwarning boven een nieuwsbrief, je baas een narcist noemen of je werkomgeving als toxic ervaren. De taal uit de spreekkamer van de psycholoog heeft een weg gevonden naar de werkvloer. In 2021 schreef The New Yorker een stuk over de opkomst van termen als triggers, grenzen aangeven en toxic gedrag. The Guardian beschrijft het treffend:
…algorithms feed us from a bottomless well of content by coaches and other self-proclaimed experts who teach us how to cope with being triggered; how to identify a narcissist; how to “show up” in relationships; how to hold a boundary and so much more. With every scroll, a new tutorial in human psychology.
Op een gemiddelde werkdag komt de hele DSM 5 voorbij (classificatiesysteem voor psychische stoornissen). Iedereen lijkt een persoonlijkheidsstoornis te hebben en dat zorgt vooral voor verwarring en inflatie. Laten we met dat laatste beginnen.
In dit stuk uit Knack zegt een psycholoog Kaatje Vandervelde het volgende:
Als je zomaar gratuite uitspraken doet en zegt dat je OCD, depressie, ADHD of trauma’s hebt, misken je wie daar écht last van heeft.
Het gaat om heftige materie. Een grapje over de collega die pietje-precies is met Excel is snel gemaakt. Die heeft vast OCD (een dwangstoornis). Iemand met veel energie is een ADHD’er en een collega die niet zo sociaal is: autist. Laten we elkaar niet meteen cancelen bij de eerstvolgende grap, maar wees je bewust van de lading van zo’n opmerking voor een collega die hiermee worstelt. Het plat slaan en verpakken in een grapje zorgt voor inflatie.
Daarnaast zorgt het voor verwarring, waardoor we niet verder komen. Met 17 miljoen psychologen in Nederland, loopt ons vocabulaire over van de therapy-speak, wat te pas en te onpas wordt gebezigd met het misplaatste zelfvertrouwen van een Ajacied. De titel psycholoog is sinds 1994 onbeschermd (in tegenstelling tot de titel GZ-psycholoog, waar je een diploma en BIG registratie voor nodig hebt) en iedereen is inmiddels ervaringsdeskundige en expert. Maar de meeste mensen hebben geen idee waar ze het over hebben.
Neem het begrip burn-out, wat in de psychologie geen diagnose is (het staat niet in de eerder genoemde DSM 5). Het is een containerbegrip. Een paraplu, waar een heleboel dingen onder vallen. Een gebrek aan assertiviteit, depressie, overspannen, oververmoeid, angststoornis, domweg te veel werk, een vervelende manager, onrealistisch zelfbeeld, onverwerkt trauma of geestdodend werk. Of al het bovenstaande. Experts kunnen dit onderscheid maken en adequaat handelen. Door therapy-speak van zelfbenoemde psychologen gaan dingen door elkaar lopen, wat niet bijdraagt aan een oplossing. Eerder het tegenovergestelde.
In dit stuk van de Corrie, komt Francine Oomen aan het woord. Zij beschrijft hoe ‘therapiepraat’ diepgang in de weg kan staan. Door te praten over symptomen en ziektebeelden, hoeven we het niet te hebben over de kern. Gek genoeg blijft een ogenschijnlijk kwetsbaar gesprek door holle termen juist oppervlakkig. Terwijl we juist zo’n behoefte hebben aan diepgang (misschien is het wel onderdeel van de oplossing).
Goed, en nu? Dat we praten over mentale problemen is enorme winst. Eindelijk hebben we taal gevonden voor de stormen in ons hart en hoofd. De vraag is of ons werk de plek is om daarover in gesprek te gaan met taal die thuishoort in de spreekkamer. En als we dat al doen, denk ik dat het goed is om te bedenken hoe we dat gesprek richting geven.
Laten we ons bewust zijn van ons taalgebruik, zodat we mensen niet te kort doen met een grapje. Laten we voorzichtig zijn met het stellen van diagnoses, zonder de juiste kennis en kunde. Leuk dat jij een cursus IN KRACHT JE STAAN hebt gevolgd, maar hou je mond. Tot slot is het goed vragen te stellen zodra er grote woorden worden gebruikt, zodat we elkaar blijven begrijpen. ‘Oké, jij vindt dit een toxic werkomgeving, wat bedoel je daar precies mee?’.
Vond je deze nieuwsbrief een vorm van gaslighting? Laat het me vooral niet weten.
Groetjes,
Roland
P.S. Laat duidelijk zijn dat de cijfers er niet om liegen. In alle aangehaalde stukken vragen experts zich af wat er aan de hand is. Trimbos deed jarenlang onderzoek en publiceerde daarover. Er is een zorgwekkende toename in mentale problemen. De oproep om zorgvuldig om te gaan met taal doet daar niets aan af. Het is juist een erkenning van hoe groot en serieus dit probleem is.
In het nieuws 🗞️
Het minimumloon stijgt naar €13,50 per uur. Er was al een verhoging aangekondigd na de gierende inflatie, daar komt nu nog eens 1,7% bovenop. Goed nieuws voor iedereen die minimumloon verdient. Het CPB rekende uit dat het gaat om 439.000 mensen, waarvan ongeveer de helft jongeren.
De thuiswerk-wet ‘werken waar je wilt’ is niet door de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel was al een milde variant en een natte washand (voelt fijn, maar doet weinig). Je baas zou op basis van ‘redelijkheid en billijkheid’ je verzoek om thuis te werken moeten wegen. Beetje zoals dat gaat met vakantie aanvragen en parttime werk. Vragen mag, maar je baas bepaalt. Door de machtsverhouding ga je natuurlijk nooit een thuiswerk-verzoek via de rechter afdwingen.
Marjet Winsemius zegt het treffend: "Niet alle werkenden kunnen of willen zomaar van baan wisselen. Dat maakt werkgevers erg machtig, terwijl deze wet juist een rem zou zetten op die macht."