‘Even lekker haar nek los masseren voor de presentatie’ zegt een ex-lid van het studentencorps terwijl hij zwoel (?) in de camera kijkt. De nieuwe campagne ‘met elkaar trekken we de grens’ van de Rijksoverheid is echt niet oké.
Wanneer je dit filmpje kijkt, kom je voorbeelden tegen die overduidelijk niet oké zijn. Knijpen in billen, complimenten over een kort rokje en even lekker masseren. Ik mag hopen dat dit inmiddels gesneden koek is. En daarmee slaat de Rijksoverheid de plank mis, al snap ik de originele insteek. Het doel van dit filmpje is een gesprek op gang brengen over grenzen, niet dat je ontbijt omhoog komt.
In m’n boek besteed ik hier een heel hoofdstuk aan, omdat dit vaker fout gaat dan je zou denken en willen (NEA 2022) . In mijn werk heb ik aardig wat meldingen van grensoverschrijdend gedrag gekregen en afgehandeld. Daar leerde ik dat er een grijs gebied is, waar het vaak fout gaat. Daarom bedacht een makkelijke manier om gedrag te duiden en bespreken, met vier gradaties: van 1. Oké, niks mis mee, tot 4. Niet oké.
Billen knijpen en appen over een rokje is 4. Niet oké. Masseren is 3. Meestal niet oké. Tot zo ver de campagne van de Rijksoverheid. Het wordt lastig in het grijze gebied, tussen 2. en 3. Of gedrag wel of niet grensoverschrijdend is, hangt af van de relatie, context, persoonlijke voorkeuren, psychologische veiligheid en ruimte voor correctie. Maar wanneer je een grapje maakt, ga je deze punten niet eerst af in je hoofd. En zo gaat iedereen weleens in de fout in het grijze gebied. Onbewust en onbedoeld, geef je elkaar een rotgevoel.
Dit is tegelijk het standaard verweer van een viespeuk. ‘Oh joh wist ik veel, ik maakte gewoon een compliment over haar rokje’. Of ’Het was maar een grapje’. Hij doet alsof hij onbewust en onbedoeld over een grens gaat en daar kun je lastig tegen optreden. Want bewijs maar eens dat hij wel wist wat hij deed. Dat lukt vaak alleen in extreme zaken, zoals bij Ali B, die zijn hele verdediging aan het grijze gebied ophangt. Om misselijk van te worden. Daarom zijn we er allemaal bij gebaat om dat grijze gebied zo klein mogelijk te maken. Zodat niemand kan zeggen dat hij niet wist wat hij deed.
De bal ligt in eerste instantie bij de baas. Die moet de zaakjes op orde hebben. Denk aan een duidelijke gedragscode, een onafhankelijk vertrouwenspersoon, toegankelijk (anoniem) meldpunt, bekwame collega’s die meldingen afhandelen, voorbeeldgedrag en correctie wanneer nodig. ‘Hey Johan, die handen op de schouders wanneer je achter die nieuwe collega staat, is iets te amicaal denk ik. Net een 3tje zeg maar. Wij kennen elkaar goed en ik krijg geen genoeg van je vriendelijke schouderklopjes. Maar bij de nieuwe collega is dat niet gepast’.
Maar je kunt het gesprek over het grijze gebied ook zelf initiëren, aan de hand van de vier gradaties, hypothetische voorbeelden (wel zo veilig) of deze nieuwsbrief.
Een gesprek voordat het mis gaat voorkomt een hoop gezeik. Door dit heel concreet te maken, ontstaat er juist ruimte voor een grap. Maar dan wel eentje waar iedereen om kan lachen.
Groetjes,
Roland
Laten we een gesprek op gang brengen over ‘wie JIJ bent’ als je over andermans grenzen gaat, in plaats van die grenzen van de ander, die vaak als uitgerekt elastiek zijn, te bespreken.