Wat moeten we met Gen Z op de werkvloer? Die vraag krijg ik met regelmaat van bazen en HR collega’s. Mijn babyface wekt de indruk dat ik generatie Z, geboren tussen 1997 en 2012, goed begrijp. Helaas, volgens dit overzichtje ben ik een Millennial: tech savvy, idealistisch, maar ook narcistisch. Prima.
Uitspraken doen over een generatie is ingewikkeld. Waar een generatie begint en eindigt staat constant ter discussie. Iemand geboren in 1996 zou een Millennial zijn, een jaar later ben je Gen Z. Het idee van de indeling is dat je tijdens de formatieve jaren (tussen je 15e en 25e) hetzelfde meemaakt, waardoor er overeenkomsten ontstaan in hoe je denkt, doet en werkt. Maar socioloog en onderzoeker Jos de Haan vertelt aan Quest dat de verschillen binnen generaties groter zijn dan tussen generaties. Het is genuanceerd.
Karaktertrekken, idealen of gedrag toeschrijven aan een complete generatie vind ik spannend, omdat je iedereen over één kam scheert. Alle boomers kunnen niet met tien vingers typen, willen met de auto reizen en weten nooit hoe Zoom werkt. Alle Gen Z’ers durven niet te bellen, ze zijn lui en fragiel, en veranderen ieder jaar van baan. Lekker makkelijk, maar het doet geen recht aan het individu. En het brengt ons niet dichterbij een betere samenwerking, wat uiteindelijk het doel is.
Goed, we laten onze vooroordelen los, en nu? Ik ga me toch wagen aan een uitspraak over Gen Z en kom met een suggestie.
Net als iedere nieuwe generatie, zie ik een groep mensen die de status quo bevraagt en ambitieus is. De lat ligt hoog, omdat ze meer willen dan brood op de plank. Ze willen iets toevoegen, zichzelf ontplooien en de wereld mooier maken. En ze verwachten hetzelfde van hun baas.
Met een frisse blik en ander referentiekader stellen ze lastige vragen en nemen ze geen genoegen met ‘zo doen we het nu eenmaal’. Ze willen weten waarom er weer files staan. Waarom er bedrijven zijn die sigaretten maken of de grond waarop mensen wonen vergiftigen. Ze vragen zich af waarom financieel gewin boven gezondheid en idealen gaat. Waarom de werkweek 40+ uur duurt, je naar kantoor moet en wat de meerwaarde is van managers. Ongemakkelijke vragen, die kunnen voelen als een aanval (soms door hoe ze worden gesteld). Maar het zijn wel de juiste vragen als we vooruit willen komen.
Laten we stoppen met generatiegelul en een complete groep collega’s wegzetten als rubbertegel-kinderen, zonder ambitie en arbeidsethos. Of juist andersom: vastgeroeste boomers die niets geven om klimaat en diversiteit, en bang zijn voor de opkomst van AI. Luie, cynische, uitgebluste collega’s komen in alle soorten en maten. Stop mensen niet in een hokje op basis van hun geboortejaar.
Toon in plaats daarvan interesse. Stel vragen en luister, zodat we elkaar gaan begrijpen en ervan leren. Klinkt een beetje klef, maar dat mag wel een keertje.
Groetjes,
Roland
In het nieuws 🗞️
Vorige week deed ik een LinkedIn Live sessie over meer geld verdienen, waarin ik vragen beantwoordde uit het online publiek. Ik geniet enorm van zo’n vragenvuur, omdat het mijn ideeën (en improvisatietalent) test. Van lezers horen hoe ze de tips hebben toegepast en dat het echt werkt, doet me goed.
Camera’s met Kunstmatige Intelligentie kunnen een oplossing zijn voor het personeelstekort in de zorg, meldt NOS. In dit korte item zie je hoe de camera bijvoorbeeld een val van een patiënt herkent, waardoor het personeel minder rondes hoeft te maken om te checken of iedereen oké is. Leuk om te zien dat vooral de ouderen er blij mee zijn. Het geeft ze een veilig gevoel. Maar ze leveren daar wel een hoop privacy voor in en de vraag is of dat wenselijk is.
Ik vond dit stuk uit Harvard Business Review interessant, wat gaat over het psychologische contract en de gevolgen van veel verandering in je organisatie. Te veel verandering zet de arbeidsrelatie op scherp, omdat je als werknemer niet weet wat je aan je baas hebt. Met trends als quiet quitting tot gevolg.
Daar gaan we al. Ik (X) herken me totaal in je beschriijving van Gen Z. Transgen?